Vanuit het oogpunt van chemie is melkzuur een vervalproduct, of glycolyse, van twee stoffen - glycogeen en glucose. Tijdens de glycolyse komt de energie vrij, die zo nodig is voor sporters tijdens de training.
Waar komt de mening over het teveel aan melkzuur in het lichaam vandaan?
Er is een wijdverbreide overtuiging dat melkzuur veel problemen veroorzaakt voor atleten en een echte vijand is, een serieus obstakel voor een succesvolle sportcarrière. Er wordt aangenomen dat als het melkzuurniveau in het lichaam van een atleet hoger is dan normaal, hij hevige pijn en krampen in de spieren ervaart, en zuurstofgebrek kan ook optreden.
Om de juistheid of onwaarheid van een dergelijk stereotype in meer detail te begrijpen, moet men zich eerst tot de biochemie wenden. Formeel is melkzuur een glucosemolecuul dat in tweeën is gesplitst, dat tijdens het splitsen - glycolyse - speciale stoffen vrijgeeft - pyruvaten. Menselijke spieren gebruiken deze stoffen als energiebrandstof, en zonder deze kunnen de spieren gewoon niet samentrekken en ontspannen, wat betekent dat ze volledig niets doen.
Door de verhoogde intensiteit van de glycolyse komt er vooral veel pyruvaat vrij bij inspanning en wordt het teveel aan deze stof uiteindelijk weer omgezet in melkzuur. Daarom leidt intensieve training vaak tot een teveel aan melkzuur in de spieren van sporters. De mening dat melkzuur de kenmerkende pijn veroorzaakt die atleten en bodybuilders gewoonlijk een paar dagen na de training inhaalt, is echter niet bevestigd en wetenschappelijk bewezen. Vijftien jaar zijn verstreken sinds experts de ware oorzaak van spierpijn na de training ontdekten - dit zijn banale microtrauma's van spiervezels die gepaard gaan met een ongewoon hoge belasting.
Waarom heeft het lichaam melkzuur nodig?
Melkzuur is de belangrijkste energiebron voor het hele lichaam. Als de sporttraining een zeer hoge intensiteit heeft, wordt het melkzuur dat wordt geproduceerd in de zogenaamde snelle vezels naar de langzame vezels getransporteerd, waar het vervolgens wordt omgezet in energiebrandstof.
In de spieren van de sporter wordt driekwart van het totale geproduceerde melkzuurvolume verwerkt. Ongeveer een kwart van het melkzuur uit spiervezels wordt door de bloedsomloop naar de lever en de nieren getransporteerd, waar het met succes wordt verwerkt. Dus het wijdverbreide geloof over het zogenaamde "overschot" van melkzuur in het lichaam heeft vandaag geen wetenschappelijke bevestiging.