Rodelen kwam relatief laat in het Olympisch programma. Het gebeurde in 1964 in Innsbruck. Sindsdien zijn er op alle Olympische Winterspelen wedstrijden van dit type gehouden. Tijdens de wedstrijd dalen atleten af van de berg langs een geprepareerde baan in een enkele of dubbele slee. Er zijn geen stuurinrichtingen op de sportsleeën. De rodel bestuurt zijn "voertuig" door zijn lichaamshouding te veranderen.
De inwoners van berglanden hebben altijd al vanaf de hellingen met sleeën naar beneden kunnen gaan. De geschiedenis van het rodelen begon echter in 1883, toen fans van deze sport uit verschillende landen zich in Zwitserland verzamelden en de eerste internationale wedstrijden hielden. De Internationale Federatie verscheen drie decennia na dit evenement en bestond 22 jaar, waarna het toetrad tot de Bobslee- en Rodelfederatie. De beslissing om in het programma van de Olympische Winterspelen op te nemen werd genomen in het begin van de jaren 50 van de vorige eeuw. De rodelcompetitie heeft de skeletoncompetitie vervangen. In 1955 vond het eerste wereldkampioenschap plaats en twee jaar later werd eindelijk de International Luge Federation gevormd, die nog steeds bestaat.
De deelnemers gaan achtereenvolgens naar de start. De tijd waarin de volgende atleet aan de afdaling begint nadat zijn voorganger het parcours heeft verlaten, wordt bepaald door de regels. De winnaar is degene die de afstand in de kortste tijd heeft afgelegd. De volgorde van de eerste start wordt bepaald door loting, de volgorde van prestaties in de volgende heats - volgens de resultaten van de vorige. De totale tijd is de som van de resultaten van verschillende races. In het enkelspel worden de resultaten van vier races samengevat, in het dubbelspel - twee.
Vanaf het allereerste begin stonden er drie soorten competities in het Olympische programma: heren- en damesenkelspel en herendubbel. Op het programma van de Olympische Spelen van 2014 staat ook een estafetteloop voor teams, waarbij de singles en duo's van hetzelfde team achter elkaar aan de start verschijnen.
Het nationale Olympische team kan 10 atleten bevatten - 7 mannen en 3 vrouwen. In enkelspelwedstrijden zal een team 3 atleten in elke categorie tentoonstellen, in dubbelspel - 2 ploegen. Er zijn leeftijdsbeperkingen: atleten onder de 16 jaar mogen niet deelnemen aan de Olympische wedstrijden.
Een van de voorwaarden van de wedstrijd is dat de atleet de slee niet onderweg mag verliezen en met hem naar de finish mag komen. Anders wordt de deelnemer uit de wedstrijd verwijderd. Tegelijkertijd is een pauze in het passeren van de afstand toegestaan. Als de atleet valt of stopt, kan hij weer op de slee gaan zitten en het parcours vervolgen.
Er zijn veel beperkingen in de rodelsport. De regels regelen het ontwerp van de slee en hun gewicht. Voorafgaand aan de wedstrijd worden de atleet zelf en zijn uitrusting, inclusief overall, helm, handschoenen en schoenen, ook gewogen.
Olympische rodelwedstrijden worden gehouden op kunstmatige banen. Een houten of betonnen voet is bedekt met ijs, waarvan de temperatuur vaak kunstmatig wordt gehandhaafd. Een spoor met een lengte van 800 tot 1200 m moet 11 tot 18 bochten bevatten met een minimale straal van 8 m. Het hoogteverschil is ook geregeld, dat is 70-120m, en de breedte van de goot is van 130 tot 150cm.