Bij schaatsen is het noodzakelijk om een bepaalde afstand af te leggen in een gesloten cirkel van een ijsstadion. De winnaar is de atleet die sneller de finish bereikt dan de rest van de race. Dergelijke wedstrijden worden cyclisch genoemd.
Schaatswedstrijden worden al heel lang gehouden. De eerste schaatsclub verscheen in 1742 in Engeland en officiële wedstrijden in deze sport begonnen in 1763.
Sinds 1892 is de International Skating Union ISU (ISU) actief, die meer dan 60 nationale federaties omvat. In 1924 werd schaatsen opgenomen in het winterprogramma van de Olympische Spelen. Eerst deden er alleen mannen mee, maar sinds 1960 worden er ook dameswedstrijden georganiseerd.
Olympische schaatsers lopen zowel korte, van 500 tot 1500 m, als lange afstanden, waarvan de lengte varieert van 3 tot 10 km.
De deelnemers van de race leggen samen de afstand af. In dit geval loopt een ervan langs de buitenzijde van de cirkel en de andere langs het binnenpad.
Sovjet- en vervolgens Russische atleten lieten goede resultaten zien in deze sport. Ze wonnen bijvoorbeeld 7 prijsmedailles in de debuutwedstrijd voor Sovjetschaatsers. Dit gebeurde tijdens de VII Olympische Winterspelen in 1956. Sportvrouw Maria Isakova, die de Sovjet-Unie vertegenwoordigt, ontving drie keer het wereldkampioenschap en bracht 3 prijzen van de Olympische Spelen mee.
Atleten gebruiken speciale uitrusting, waarvan het belangrijkste element schaatsen zijn. Het blad zit vast in het gebied van de grote teen van de deelnemer en blijft langer op het ijs als de schaatser schrijdt. De schoenen waaraan de bladen zijn bevestigd, zijn gemaakt van voetafgietsels van hightech materialen. Naast schaatsen speelt de keuze van een pak voor de wedstrijd een belangrijke rol. Het moet dicht bij het lichaam zijn, maar de beweging niet belemmeren. Om nieuwe, verbeterde stoffen te ontwikkelen waarvan schaatspakken worden gemaakt, wordt aerodynamisch onderzoek gedaan naar verschillende materialen.
Professionele apparatuur helpt atleten bepaalde blessures te voorkomen. De hoge snelheid die schaatsers ontwikkelen en draaien op de rondingen van de ijscirkel kan leiden tot een val en letsel door het schaatsblad van de langslopende atleet.