Weinig mensen besteden voldoende aandacht aan de ontwikkeling van vingers. Ondertussen heeft de ontwikkeling van behendigheid, flexibiliteit en kracht van de vingers niet alleen een gunstig effect op de atletische prestaties, maar verbetert ook de hersenfunctie. Met regelmatige lichaamsbeweging worden geheugen, aandacht en denken verbeterd. Vingertraining is mogelijk, zowel met behulp van speciale apparaten als zonder.
instructies:
Stap 1
De kracht van de vingers wordt ontwikkeld door oefeningen met polsbanden. Ze kunnen van metaal en rubber zijn. Knijp in de expander en ontspan hem totdat u zich moe voelt. Doe drie sets met een rustpauze van 3-5 minuten. Het is handig om liggend op de vingers te pushen. Je kunt een zandzak of metalen bal gooien en met je vingers opvangen.
Stap 2
Vingergreep wordt getraind door oefeningen op de stang en het vasthouden van een zwaar voorwerp met de vingers. Hang aan de bar tot je vingers opengaan. Herhaal de oefening na een korte rustpauze. Als gewicht is een halterschijf geschikt. Begin met een schijf van 5 kg. Wikkel je vingers eromheen en houd vast totdat het uit je hand valt. Verhoog het gewicht naarmate u eraan gewend raakt.
Stap 3
Om behendigheid te ontwikkelen, wordt het aanbevolen om serif-jade-ballen, magnetische ballen of metalen ballen te kopen. Draai eerst de twee ballen in je hand met de klok mee en tegen de klok in. Probeer de ballen uit elkaar te houden. Voeg een derde bal toe als ze gemakkelijk ronddraaien. Aerobatics - gelijktijdige rotatie van vier ballen.
Stap 4
Flexibiliteitstraining helpt niet alleen om de beweeglijkheid van de vingers te vergroten, maar ook om de spanning van de handen te verlichten. Buig je rechterhand, pak de duim van je rechterhand vast met je linkerhand en trek naar de binnenkant van je onderarm. Strek vervolgens uw hand uit en trek uw duim in de tegenovergestelde richting, naar de buitenkant van uw onderarm. Herhaal de oefening voor de linkerduim.
Stap 5
Trek de pink van uw rechterhand naar het kussen van uw duim en druk met uw linkerhand naar beneden. Strek achtereenvolgens uw ringvinger, middelvinger en wijsvinger uit. Strek vervolgens uw vingers naar de rug van de hand. Doe hetzelfde voor de linkerarm. Stop de oefening als u hevige pijn ervaart. Ontwikkel geleidelijk de vingerflexibiliteit.