Het winnen van armworstelen is een combinatie van krachttraining en techniek. Er zijn verschillende soorten aanvallen waarmee je snel de hand van je tegenstander op tafel kunt leggen. Welke techniek je moet gebruiken, hangt af van je voorkeur en fysieke mogelijkheden.
instructies:
Stap 1
Hoewel armworstelen geen Olympische sport is, is het wel erg populair geworden. Er zijn strikte regels bij het armworstelen en er worden een aantal beperkingen opgelegd aan de atleten die deelnemen aan het gevecht. Het is hen verboden hun ellebogen van de armleuning op te tillen, hun schouders of hoofd met hun onderarmen aan te raken, hun hand van de paal van de tafel te halen, enz.
Stap 2
De overwinning in het armworstelen wordt verzekerd door de kracht en technische training van de atleet. Het begint allemaal met de juiste startpositie - het zou zo'n positie moeten bieden wanneer de armworstelaar met de maximale efficiëntie niet alleen de spieren van de armen en schouders kan gebruiken, maar ook de spieren van de romp, benen en zijn eigen gewicht.
Stap 3
De basis van de overwinning in een duel ligt in de toepassing van de gouden regel van de mechanica - "we winnen in kracht, verliezen in afstand." Daarom moet u in de startpositie uw schouder en onderarm zo dicht mogelijk bij elkaar brengen. De actieve hand moet in het midden van de tafel liggen.
Stap 4
Het gevecht begint met de aanvalsfase. Elk van de deelnemers streeft ernaar om de hand van de tegenstander onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het vlak van de tafel uit te steken. Er zijn verschillende populaire aanvalsmethoden - overhead, hook en jerk.
Stap 5
Als je over de top aanvalt, probeer dan de hand van de tegenstander met je vingers te bedekken. Druk tegelijkertijd op de vingers van de tegenstander en knijp in zijn hand. Deze aanval is het meest geschikt voor mensen met sterke vingers.
Stap 6
Als je aanvalt met een haak, draai dan je hand scherp, alsof je de hand van de tegenstander breekt. Tijdens deze beweging moet de hand in de richting van de pink naar zichzelf draaien, en met de duim omhoog en naar buiten.
Stap 7
Als je aanvalt met een duw, probeer dan je arm scherp naar voren te duwen door je pols te buigen. Je schouder zet deze beweging voort, waarna de hand van de tegenstander naar beneden wordt gedrukt.
Stap 8
Er zijn andere aanvalstechnieken in armworstelen. Bij een aanval met triceps moet de atleet de schouder krachtig in de richting van de tegenstander bewegen en tegelijkertijd zijn hand naar hem toe trekken. In dit geval wordt de hoofdimpuls ingesteld met behulp van de strekspieren van de arm. In het geval van een trekaanval, buigt de atleet de pols, leunt met zijn arm en trekt de arm van de tegenstander naar zich toe. Er zijn andere aanvalstechnieken in armworstelen. Bij een aanval met triceps moet de atleet de schouder krachtig in de richting van de tegenstander bewegen en tegelijkertijd zijn hand naar hem toe trekken. In dit geval wordt de hoofdimpuls ingesteld met behulp van de strekspieren van de arm. In het geval van een aanval door te trekken, buigt de atleet de hand, laat zijn hand liggen en trekt de hand van de tegenstander naar zich toe.
Stap 9
Onthoud dat het de taak van de aanvaller is om de impuls die in de aanvalsfase wordt gegeven zo volledig mogelijk te gebruiken en het gevecht te beëindigen door de hand van de tegenstander op tafel te leggen.